Hoe ga je als mantelzorger om met verslaving?

Iemand die chronisch ziek is kan meer gevoelig zijn voor een verslaving dan anderen. Bovendien kan zo’n verslaving ook weer invloed hebben op de ziekte. Hoe ga je daar als mantelzorger meer om?

Misschien kunnen we je in contact brengen met iemand

Vraag meer informatie aan!

Verslaafd zijn

Mensen kunnen verslaafd raken aan allerlei zaken, waaronder alcohol maar ook aan medicijnen, gokken of computergames. Wat kunt u in zo’n geval als mantelzorger doen? Of juist niet?

  • afbeelding van een feestje in een partytentJe kunt de neiging hebben om uw naaste veel te helpen. Of je
  • Regelt een luchtje zodat hij/zij niet naar alcohol ruikt,
  • Verstopt de flessen in huis.
  • Zegt een feestje af zodat hij / zij nog even verder kan met die game.
  • Draait er maar omheen bij de apotheek waarom je nu alweer nieuwe medicatie voor.
  • Koopt het op internet.
  • Kortom: Je wilt je naaste graag ‘redden’.

De ander zal dan echter weinig merken van de nadelen van de verslaving en de gevolgen van het gebruik. Hij/zij zal dan ook minder geneigd zijn om er iets aan te willen gaan doen: hij/zij merkt immers alleen de voordelen.

Maak het bespreekbaar

Als mantelzorger zorg je voor iemand waar je veel om geeft. Juist dan kan het moeilijk zijn om in gesprek te gaan met de ander over zoiets moeilijks als verslaving. Het is niet bepaald fijn om je naaste zo te zien, en je kunt hier boos of verdrietig om worden. afbeelding van dame met de hand voor de mondHet kan dan helpen om in plaats van boos te reageren juist je bezorgdheid over de ander uit te spreken. Dus niet: “Ik vind het verschrikkelijk dat je nu alweer een borrel neemt”, maar: “Ik maak me zorgen om je”. De ander zal dan minder snel in de verdediging schieten. De ander moet zelf gaan inzien dat hij/zij een probleem heeft. Iemand zal niet stoppen of minderen wanneer hij/zij zelf niet vindt dat er iets aan de hand is. Spreek concreet je bezorgdheid uit.  Steun de ander en wees eerlijk als je  het gedrag van de ander niet prettig vindt. Zeg niet : ‘Ik vind het niet goed dat je zoveel drinkt’. Want, dat leidt al snel tot discussies over wat ‘veel’ is. Probeer het concreet te maken: ‘Je wordt luidruchtig als je gedronken hebt en dat vind ik vervelend’.

Stoppen of minderen?

Je kunt alternatieven bedenken om te minderen. Schrijf deze samen op. Bedenk samen manieren waarop het voor de ander gemakkelijker kan worden om te minderen. Bijvoorbeeld door de medicijnen per dag in een strip doen of om niet zelf boodschappen doen, maar deze te laten doen. Je kunt zo samen afspraken maken en komt vooral in een meer open contact met elkaar.

Controleren of juist niet?

Als mantelzorger kun je de neiging krijgen om je naaste te willen controleren. Liggen alle medicijnen er nog? Hoeveel glazen alcohol heb je vandaag al op? Een nadeel daarvan is , dat je makkelijk tegenover elkaar komt te staan, in plaats van naast elkaar. Je kunt er op zo’n moment voor kiezen om een afsprakenlijst te maken. Je gaat dan samen een gesprek aan waarin jullie de nadelen, maar juist ook de voordelen van het gebruik van bijvoorbeeld alcohol of het spelen van games opsomt.
illustratie van vinkje en kruisjeHet praten over voordelen maakt het gesprek opener en gelijker. Daarna schrijf je ook de voor- en nadelen van stoppen of minderen op. Je kunt ook proberen om alternatieven op te schrijven. Een voorbeeld van zo’n afsprakenlijst die u ook op de computer kunt invullen en waarin ook tips beschreven staan vindt u op de website van Jellinek.

Helpen of juist niet?

Je kunt de neiging hebben om je naaste (te) veel te helpen. Dat betekent niet dat je er niet voor de ander kunt zijn. Mensen die verslaafd zijn denken vaak al niet zo positief over zichzelf. Ook wanneer iemand bezig is met therapie vanwege de verslaving kan jouw steun en waardering daarvoor ontzettend waardevol zijn. Blijf vooral in contact met elkaar en vergeet niet om ook over andere dingen dan de verslaving te blijven praten.

Informeer bij je huisarts of (wijk)verpleegkundige naar wat je nog meer kunt doen en welke mogelijkheden er in je omgeving zijn.

Bronnen: Brancheorganisatie BTN, Jellink, Trimbos instituut.